Ben jij een edelsteen of niet?
Spreuken 31 – als ik alleen al daaraan denk, word ik een beetje iebelig. Dat loflied op de vrouw, ik kan er niet zoveel mee. Of tenminste: het voelt voor mij als tekortschieten, als ik kijk naar de inzet en onvermoeibaarheid van die perfecte vrouw. Moet je net dat hoofdstuk met elkaar weer eens lezen in een gezinsmoment. Rondom onze trouwdag. En dan als uitleg horen dat je als vrouw een edelsteen mag zijn. Mijn associaties gingen verder. Edelsteen, nee, zo zie ik mezelf niet. Misschien een vuursteen? Of….. dondersteen, was mijn grapje. Om me uit mijn lastige gevoelens te redden. Maar het zette me wel aan het denken.
Edelsteen
Edelstenen zijn wel heel mooi, bijzonder mooi. De mooiste zijn ook de meest onverwoestbare, die niet uit elkaar brokkelen. En dan de kleuren. Ik moet eerlijk bekennen dat ik nauwelijks onderscheid kan maken als ik gewoon stenen zou vinden. Maar als ik ze verwerkt zie in sieraden, vooral de smaragden bijvoorbeeld, dan voel ik een trilling in mijn borstkas. Schoonheid ontroert. En ze zijn zeldzaam, edelstenen. Genoeg stenen langs de straat, maar geen edelstenen. En dan de voorstelling dat het nieuwe Jeruzalem poorten heeft als edelstenen, en straten van goud. Wat een verrukking zal dat zijn. Maar, ik zo’n edelsteen? Mooi, duurzaam, zeldzaam? De werkelijkheid die ik ervaar over mezelf is confronterend gebarsten. Natuurlijk wil ik wel, maar.. het lukt me niet.
Vuursteen
Zou ik dan meer een vuursteen lijken? Ik verbeeld me dat ik rondloop in de oertijd. Of op bezoek ben bij een stam die nog in de steentijd leeft. Vuur maken kun je door met een vuursteen op een stuk ijzer te slaan. Als je het goed kunt, springen er vonken af, die kunnen zorgen voor ontvlamming van droge takjes. Ik geloof niet dat ik zo oer ben. Ik heb nooit een vuursteen in handen gehad en zo een vuurtje maken? Nee, ik ga voor simpele lucifers bij onze haard. En om het wat meer te verplaatsen naar ons huwelijk nu, hoe ziet het er dan uit? Ik de vuursteen, mijn man het ijzer, samen vonkjes maken? Ik geloof dat dat wel aardig lukt. We kunnen elkaar warmte bieden, we weten wat we aan elkaar hebben. Soms is de werkelijkheid dat het gebeurt door de pijn die we elkaar doen heen. Het is ook wel een prachtig beeld, dat je samen tot een resultaat moet komen. Dat je met elkaar de warmte moet scheppen. Maar toch, als ik kritisch ben, en ‘de vonken er vanaf vliegen’, dan is het toch weer een heel ander idee. Ik herinner me dat de tong veel kwaad kan doen. Als een klein vuur wat een bos in brand steekt. Dan weet ik niet of goed past, vuursteen zijn.
Dondersteen
Natuurlijk niet was de eerste reactie van mijn man toen ik me afvroeg of ik dan dondersteen was. Dat klinkt zo negatief. De gewoonste betekenis is deugniet. Maar als je het vertaald als onbetrouwbaar zijn, krijg je een ander idee. Dat wil je niet zijn. Want een goede naam is als goede olie, die heb je hoog te houden. En met dondersteen gaat het mis. Toch, het is wel deze toon, die gebrokenheid die ik eerder noemde, die hierin tot uiting komt. En die waarheid voor jezelf geheim houden kan wel. Maar de waarheid komt aan het licht, wordt bekend. Jij en ik, we weten dat we van die ‘faal-momenten’ hebben. Die je het liefst uit je dagboek zou scheuren. Die je uit je levensboek wilt wissen. Vrouw Deugt-niet. En later kun je om die momenten, soms, gelukkig lachen. Omdat het niet dramatisch was. Omdat het hoort bij de realiteit van ons allemaal. Of omdat vergeven is wat je hebt misdaan, en misschien ook wel vergeten.
Wat kies ik uiteindelijk?
Laten we eerlijk zijn. Edelstenen ontstaan in de verdrukking van verschillende aardlagen. Dus wie weet groeit er wat moois uit jarenlange omgang met elkaar. En misschien is het zo dat anderen je schoonheid meer zien, dan je eigen kritische zelf. Vuurstenen zijn bruikbaar, alleen als het samen met ijzer wordt gebruikt. Als je zo samen in je huwelijk mag staan, dan komen er ook goede vonken vanaf. Hopelijk meer verwarmende vonken, dan kapotmakende. En ja, donderstenen zijn realiteit. Die dingen die we liever willen verschuilen, moeten we maar tegen elkaar uitspreken. En elkaar helpen om vergevingsgezind te leven. En meer nog, ik mag uit het geloof leven. Want, hoe waar is het dat Jezus’ schoonheid de mijne is. Hij kan het goede vuur laten ontbranden, door ons in Zijn handen te gebruiken. En mijn ondeugdelijkheid breng ik bij Hem en Hij ruilt het met Zijn deugden. Dan mag ik toch een edelsteen zijn in Zijn ogen. Als ik maar naar Hem kijk. En niet mezelf met die vrouw vergelijk.