Ode aan alle broers en zussen!

Als ik het over mijn broers of zussen denk, en dat is een hele rij, dan schieten me meteen weer herinneringen binnen. Over mijn rol, en alles wat we meegemaakt hebben, wat we samen deden, of waarin we elkaar niet begrepen. En een bepaald gevoel van saamhorigheid, sowieso. En zo kan iedereen met een broer of zus wel een en ander vertellen, over hoe het vroeger ging, en hoe de relaties nu liggen. Dat kan nogal variëren. Dat het vroeger vechten was, of juist heel gezellig onderling. En dat het nu vriendschappelijk is, of juist heel afstandelijk. Omdat de band met je zus of broer wel heel veel met je doet in je verdere leven, wil ik daar eens wat de nadruk op leggen. Dat is niet vreemd op een dag als vandaag: nationale broer-en-zusdag.

En zeker niet omdat het belang en de invloed van deze band met je broer en/of zus voor je verdere leven best wel eens wordt onderschat. Grappig genoeg hoorde ik vandaag op de radio ook iemand die uit een groot gezin kwam. Hij had als bijna jongste goed in de gaten dat iedereen om aandacht vroeg, en al snel door wat de slimste manier was om die te krijgen, en hoe de anderen dat deden. En het hielp hem nu in zijn politieke werk om snel in te schatten hoe de hazen lopen in Den Haag. Iets dergelijks kan ik ook vertellen over ons gezin, en waarom ik therapeut geworden ben. Als oudste dochter met verantwoordelijkheden voor een groot en best wel ingewikkeld gezin, wist ik wat nodig was en zorgde dat er aandacht, rust, en vrede was. Niet voor niets breng ik dit mee in mijn werk, waarin ik aandachtig luister en probeer verbindingen te herstellen.

Bijzondere band
Wat maakt de band met je broer of zus bijzonder? Net als je ouders kies je er niet voor, maar je krijgt broers of zussen (of niet). En omdat ze heel ons leven onlosmakelijk met ons verbonden blijven, zijn we ook juist bij hen het meest onszelf. Hoe kwaad je ook kan zijn, hoe hoog het conflict kan oplopen, het blijft van binnen je broer of zus. Zie bijvoorbeeld bij Het familiediner, of bij Spoorloos, hoe blij mensen zijn als er broers of zussen weer hervonden worden, of het contact hersteld. Ondanks dat conflicten niet zomaar opgelost zijn. Jij hoort bij mij, dat is een soort ‘oer-kracht’.

Samen delen
Het moeilijkste wat een eerste kind moet leren als er een tweede komt, is samen delen. Ineens ben je niet meer alleen, moet je delen in de aandacht van je ouders. Daarna wordt het makkelijker, maar bij elk kind herhaalt zich wel het proces van leren delen. Elk kind wil aandacht en heeft zijn of haar manier om het te krijgen. En ja, bij een of twee is dat wel te doen, maar heb je er 4 of 5 of zelfs 13 zoals in mijn geval, dan wordt het best lastig. Je kunt je best doen, gehoorzaam zijn en zo de gunst ontvangen van je ouders. Of juist de clown, waardoor je aandacht krijgt. Of wat uitvergroten dat je ziek, zwak en misselijk bent, zodat er voor je wordt gezorgd. Maar ook onderling kan er behoorlijk competitie zijn. Wie krijgt de meeste aandacht en hoe? Ik zie het bij ons thuis wel voor me, de patronen. Niet voor niets werd het: je hebt zeker ATK?, dat wil zeggen: aandachtstekort, in ons gezinsjargon :).

Rol van de oudersbroer en zus
Heel belangrijk is wel dat je ouders weten hoe ze de aandacht goed kunnen verdelen. Ze kunnen bepaalde kinderen (0nbewust) voortrekken, of juist proberen elk kind eigen aandacht te geven. Ze kunnen benadrukken dat de een dit goed kan en de ander dat, en dat elk er mag zijn, of juist vergelijkingen maken met elkaar. Waar een zekere ongelijkheid tussen kinderen gevoeld wordt, is ook de competitie en rivaliteit groter. Bij jongens zie je meer competitie, en met meisjes heb je meer conflicten. Je kunt er vanuit gaan dat er veel meer gestreden wordt onderling om de beste te zijn, ergens in uit te blinken. En als er gelijkwaardigheid en het unieke van elk kind wordt benadrukt, geeft het meer zelfvertrouwen en ook meer onderlinge band. Het beste wat je dus kunt doen als ouder, is elk kind serieus nemen.

Later als je groot bent
In de puberteit zie je dat je als broers en zussen je eigen weg zoekt. Je krijgt eigen hobby’s, vrienden, ideeen, en natuurlijk deel je ook veel met elkaar. Maar toch gaan de wegen wat uiteen. Dat kan best lastig zijn, in mijn eigen ervaring, als je hecht bent met elkaar. Je moet iets loslaten van vroegere gevoelens van nabijheid, en kunnen verdragen dat je anders bent en andere keuzes maakt. Maar later wordt dat wel weer anders, je leeft op je herinneringen.
Iets wat ik heel vaak hoor als een herkenning van het fenomeen is dat als je weer bij elkaar bent, of met elkaar in contact, je meteen weer op je plek zit van vroeger. Lees bijvoorbeeld de roman: Het zwijgen van moeder Zachea. Ik vind het prachtig en ontroerend, de patronen zitten erin gebakken. Ik kan bijvoorbeeld niet makkelijk verdragen als mijn jongere broerTJE! mij gaat vertellen hoe ik het moet doen. Ik ben tenslotte de oudste?!
En als je herinneringen ophaalt met elkaar, zeker als je allemaal aan je eigen kinderen weer verhalen vertelt, voel je de verbinding aan je broers en zussen. Toch is het wel zo, dat de ervaring die jij zo beleefde, door de ander net een beetje anders wordt beleefd. Maar dat is niet zo erg, je hebt het wel samen meegemaakt. Daarom is het ook zo moeilijk als er broers of zussen overlijden. Meestal gaat er meer aandacht naar kinderen, of ouders, partners, maar niet naar broers en zussen. Terwijl het verlies dus ook heel diep gaat, en er een stukje van jezelf afsterft.
Zoals ik al aan het begin aangaf zijn je vroegere ervaringen met broers en zussen van invloed op je latere positie in je werk, keuze van je beroep, je eigenwaarde en je sociale contacten. Misschien leuk om voor jezelf eens de verbanden te zoeken, en hoe je je voelt over jezelf en je opstelt naar anderen toe. Maar ook in het zorgen voor je ouders, in het gezamenlijk verantwoordelijkheid dragen voor elkaar, en hoe de onderlinge band is als je eenmaal je eigen leven hebt opgebouwd. Ik durf deze stelling wel te verdedigen: als je goede relaties hebt gehad in je herkomstgezin, houd je die in de toekomst en kun je ook beter contacten onderhouden in het alledaagse leven.

Aandacht bij Driesnoer

Het is daarom niet zonder reden dat ik in therapie aandacht heb voor hoe de patronen in je herkomstgezin waren. En dat als er problemen zijn, we ook daarnaar terugzoeken. Maar ook dat we heel concreet weer contacten met familieleden op kunnen pakken, om ons beter te gaan voelen en hulp en steun te krijgen. Familie, je kunt soms niet met, maar je kunt ook niet zonder. Het is je gegeven, en je raakt het niet meer kwijt. En dat is, wat mij betreft, hoopvol en ook soms lastig. Dat zul je wel begrijpen, als ik als oudste dochter best wel veel taken heb, om de familie bij elkaar te houden.

CorineHotting